Op 25 mei was er een debat over het klimaatakkoord gebouwde omgeving door de Tweede Kamer. Al een aantal weken terug, maar toch de moeite om even in te zoomen op de aangenomen moties. Het zijn namelijk deze uitgangspunten die gaan beïnvloeden hoe een komend kabinet om zal gaan met een aantal duurzame dillema’s. In dit blog kort de belangrijkste moties op een rij en wat de gevolgen zijn van het niet benoemen van de echte dillema’s bij de verduurzaming van de gebouwde omgeving. De kritische toon is noodzakelijk, omdat ik me zorgen maak over het draagvlak van verduurzaming en de betaalbaarheid van deze opgave voor vooral de kleinere portemonnee.
Een hoop moties, weinig leiderschap
De aangenomen moties geven richting aan de belangrijke keuzes die gemaakt moeten worden in de gebouwde omgeving: hoe gaan we om met de kosten, de verdeling van lasten en keuzevrijheid. Het tweede wat opvalt is hoe snel afscheid genomen lijkt te worden van de oude wijkgerichte aanpak en toch wat politiek wensdenken.
Een flink aantal moties gaan in op wat we vooral niet gaan of willen doen. We willen niet doorgaan met het Programma Aardgasvrije Wijken tot dat het onderzoek naar de bewonerstevredenheid is afgerond, we willen geen duurder taxatierapport, geen hogere prijzen voor energielabels en ook geen einddatum noemen voor aardgas in wijken. Wat we wel willen is een Nationaal Isolatieprogramma dat leert uit ervaringen van het verleden en dat rekening houdt met de kleinere portemonnees in dit land. Uit diverse onderzoeken blijkt namelijk dat de investering in isolatie nog steeds als een belemmering wordt ervaren. Een manier om dit op te lossen is vooral de lagere inkomens te ondersteunen bij deze investeringen, bijvoorbeeld door isolatievouchers.
Opvallend uit de moties en recente evaluaties is de bekoelde liefde voor de aardgasvrije wijken. Omdat in één keer een wijk verduurzamen lastig blijkt te zijn is wat ‘nieuws’ bedacht: De contingentenaanpak. Wie dit woord heeft bedacht verdient een einddatum voor taalgebruik. Afijn, het gaat hier om het bundelen van dezelfde soort woningen en verduurzamingsmaatregelen om zo tot voldoende schaal te komen en snellere duurzame stappen. Dus alle eengezinswoningen uit de jaren 70, die kunnen bijvoorbeeld samen aan de slag met spouwmuurisolatie. Combineer dit met de motie die spreekt over het aardgasvrij-ready maken van woningen (ook zo’n heerlijke term) en een route die zich op kleinere verduurzamingsstappen richt lijkt dé nieuwe focus te worden.
Wat is dan het probleem?
Wie mijn blogs leest zal denken: Sven, wat is je probleem? Je pleit toch al jaren voor een meer stapsgewijze aanpak in plaats van grote renovatiesprongen. Ja, dat klopt, maar uit de moties komt een andere boodschap naar voren. De boodschap is dat we weinig keuzes durven te maken en daarom verspringen van strategie als het lastig wordt. Een stapsgewijze aanpak zou goed passen voor een groot deel van de woningvoorraad, maar collectieve aanpakken zijn echt wel kansrijk in delen van het land en verdienen een eerlijke kans.
De manier hoe nu wordt omgegaan met de opgave zal, naar mijn bescheiden mening, gaan leiden tot meer versnippering in de aanpak. Want helemaal los laten we die collectieve aanpakken ook niet, er loopt nog een warmtewet 2.0 discussie. Het gevolg? Meer bewoners, vooral met een dikkere portemonnee, zullen kiezen voor zichzelf. Als dit onderdeel is van een strategie om investeringen los te weken voor bijvoorbeeld hybride warmtepompen om het zo ook betaalbaar te maken voor andere doelgroepen, top! In dit geval is er geen strategie, maar losse acties, waardoor het alternatief voor aardgas dat collectief wordt aangeboden door gemeenten duurder zal worden voor doelgroepen die dit juist niet kunnen missen. Hoe wenselijk vinden we het dat energie voor de een veel duurder zal worden dan de ander? Daar mis ik een motie of een echte inhoudelijk discussie over. Ik zal hier binnenkort nog een uitgebreid artikel aan wijden.
Spelregels voor collectieve én individuele stappen
We hebben een bewustere politieke discussie nodig over de verduurzaming in de gebouwde omgeving. Deze moties hebben namelijk een direct gevolg op de betaalbaarheid van het energiesysteem en de mogelijkheden een succes te maken van zowel collectieve als individuele maatregelen. De ingrediënten zijn al aanwezig, maar vereisen lef. Maak het voor collectieve aanpakken mogelijk een einddatum te noemen voor aardgas, maar regel dan ook dat het betaalbaar (niet woonlastenneutraal) is. Deze spelregels zijn noodzakelijk om überhaupt door te gaan met wijkaanpakken. Geen spelregels? Dan kunnen we beter stoppen. Het is waar dat je met stroop meer vliegen vangt, maar op deze manier zit er behoorlijk wat zuur in de afdronk.
De individuele, stap voor stap route is ook gepaard bij duidelijkheid. Durf isolatienormen vast te stellen voor de gebouwde omgeving en geef hiermee duidelijkheid over wat ‘aardgasvrij-ready’ of ‘spijtvrij-verduurzamen’ daadwerkelijk is. Dat geeft een duidelijk tijdspad voor bewoners en de aanbieders van isolatie en andere techniek. Hierbij hoort nog wat anders. Het is tijd dat we langjarige leningen en subsidiemogelijkheden ontwikkelen. Nu wisselt er te veel in de subsidieregelingen en werkt dit ergernis, onnodig werk en vertraging in de hand. Ik ben geen voorstander van een extra subsidie voor de lagere inkomens, maar bijvoorbeeld 20-25% subsidie op isolatie, warmtepompen en zonneboilers voor de komende 10 jaar. Zo ontwikkeling je groep koplopers die de schaal creëren, waardoor bewoners die later komen ook kunnen profiteren. Neem een voorbeeld aan de zonnepanelen. Hoe stabieler en simpeler de regelingen hoe beter. Deze maatregelen zouden precies op tijd komen, dit jaar wordt er voor veel bewoners duidelijk waar gemeenten aan de slag gaan met verduurzamen en aardgasvrij.
Wat voor spelregels moeten we nog meer bedenken om tot versnelling te komen? Stuur ze vooral mijn kant op.
Comments